Straight to content

Investeren in transitie is meer waard dan een ESG-label

Weg met ESG-labels en compliance-gedoe. Pensioenfondsen moeten actief gaan beleggen en een deel van hun kapitaal steken in bedrijven die een enorme transitieslag moeten doormaken. Zo kunnen ze hun verantwoordelijkheid nemen en bijdragen aan een duurzamere wereld.  

Dat zegt Willem Schramade, zelfstandig adviseur en onderzoeker in duurzame financiering en ondernemingswaardering. Hij heeft twintig jaar ervaring in de financiële wereld en was onder meer fondsmanager impactaandelen bij NN Investment Partners en aandelenanalist bij Robeco, waar hij een waarderingsmodel voor duurzaamheid ontwikkelde. In zijn boek Duurzaam kapitalisme maakt Schramade duidelijk dat de samenleving duurzamer is te maken met de juiste inzet van kapitaal. Hij is coauteur van het boek Principles of Sustainable Finance, dat eveneens de weg wijst naar een duurzamere wereld door de financiële sector te mobiliseren.  

Uitverkoop van onze macht

Schramade vindt dat de financiële wereld is doorgeschoten in het denken in modellen en procedures. “Oorspronkelijk had de sector een maatschappelijke functie door vraag en aanbod van geld te verbinden. Vergelijk het met de ouderwetse bankdirecteur die iedereen kende in zijn stad of dorp. Vervolgens zijn banken penny wise and pound foolish kosten gaan reduceren. Daarmee zijn ze ongemerkt extreem veel extra risico gaan lopen, zowel financieel als maatschappelijk. Ze hebben de contacten niet meer en ze weten niet meer wat ze in portefeuille hebben.

Hetzelfde geldt voor de pensioenfondsen, die zijn passief gaan beleggen. Je kunt dan schijnbaar niets fout doen, maar je geld zit wel in bedrijven over de hele wereld, inclusief mensenrechtenschenders en dergelijke. De zeggenschap over de beleggingen is uitbesteed aan een Amerikaanse indexbeheerder. Dat is de uitverkoop van onze macht, van ons hele pensioenvermogen van zestienhonderd miljard euro”, aldus Schramade.

Sociale en ecologische aspecten

Hij voorspelt dat pensioenfondsen meer en meer actief zullen gaan beleggen, al is de wens de vader van de gedachte. “Ik hoop op een kentering. Ze moeten dat dan wel via een Nederlandse vermogensbeheerder doen, omdat je dan weet en kunt uitleggen waarom je ergens in investeert. Zo kun je inschatten waar je de meest productieve investering doet. Niet alleen qua financieel rendement maar ook qua sociaal en ecologisch rendement. Als je passief belegt doe je dat op basis van het verleden. Als je een horizon voor de lange termijn aanhoudt, kijk je automatisch ook naar de sociale en ecologische aspecten. De belegger moet dan wel de informatie verbeteren door de sociale en ecologische kant in eenheden uit te drukken. Anders weet je nog niets.”

Transparantie moet veel beter

Het in kaart brengen en meetbaar maken van sociale en ecologische impact vergroot het bewustzijn en maakt duidelijk waar schade ontstaat, zegt Schramade. “Het Impactinstituut in Amsterdam heeft een lijst met impactfactoren en de prijzen die je daaraan kunt hangen. Zo is de impact van bijvoorbeeld CO2 ongeveer 200 euro per ton. Als je dat aan Ahold Delhaize koppelt dan zie je dat dit bedrijf jaarlijks voor dertien miljard euro aan CO2-schade veroorzaakt. Dat is meer dan we aan Defensie uitgeven. Transparantie moet sowieso veel beter, ook in productieketens als bijvoorbeeld textiel. En in de supermarkt wil ik zien wat de echte prijs is van een product en wie het waar produceert. De ketenemissie CO2 van Ahold Delhaize is 65 miljoen ton per jaar, dat is twee keer zoveel als die van Air France-KLM. Het gaat er niet om een schuldige aan te wijzen, maar om hoe we het op kunnen lossen. Transparantie helpt daarbij. Ahold Delhaize zijn we zelf en we moeten bereid zijn een eerlijke prijs te betalen, zodat boeren een betere prijs kunnen krijgen. Er is geen ecologische rechtvaardigheid zonder sociale rechtvaardigheid.”

Een kwestie van waarden

Schramade raadt pensioenfondsen die actief gaan beleggen aan dit voor een deel te doen in bedrijven die nog een grote transitieslag moeten leveren. “Denk aan bedrijven als Unilever, Ahold delhaize en Inditex. Je kunt als actieve aandeelhouder pushen dat je actie verwacht. Dat kun je uiteraard maar bij enkele bedrijven doen. Je hebt als fonds nu eenmaal geen tijd om meerdere bedrijven op die manier in de gaten te houden. Aan die enkele geselecteerde bedrijven besteed je al gauw vier keer zoveel tijd als aan de rest. Selecteer grote bedrijven met het hoofdkantoor in Nederland, dan neem je je verantwoordelijkheid. En je maakt je maatschappelijke plicht waar. De aarde moet bij voorkeur over zestig jaar ook nog leefbaar zijn. Die impact heb je als pensioenfonds, tegen minimale kosten maar wel met een serieuze inspanning. Het is uiteindelijk een kwestie van waarden terwijl je nog steeds financieel gedisciplineerd bent.”

Investeren zoals familiebedrijven dat doen

Veel ecologische bedrijven maken winst, maar veel zijn nog verlieslatend. “Daar kun je als fonds niet in zitten, maar je kunt wel beleggen in solide bedrijven die een stapje verder gaan. DSM heeft bijvoorbeeld een product ontwikkeld dat de methaanuitstoot van koeien vermindert. Dat zou een miljardenproduct kunnen zijn, want methaan is schadelijker dan CO2. Maar omdat er geen regulering is en methaan niet beprijsd is, hoeven boeren dit product niet te kopen. Beleggen in transitiebedrijven helpt je niet in je ESG-score, want die zegt weinig over transities. Terwijl je als fonds juist op transities moet inzetten. Dat is meer waard dan een ESG-label. ESG is terugkijken. Zoals ook het hele compliance-gedoe averechts werkt. Het zorgt er vooral voor dat mensen zich aan de regels houden en minder verantwoordelijkheid nemen. Het geeft  bovendien concurrentievoordeel aan de grote partijen, want die beschikken over de schaalgrootte om dat allemaal te automatiseren. Investeren in transities past ironisch genoeg heel goed in het oude investeren, zoals familiebedrijven dat bijvoorbeeld nog steeds van nature doen.”

Binnen planetaire grenzen blijven

Zelfs als we nu zouden stoppen met de uitstoot van broeikasgassen blijft de aarde nog doorgaan met opwarmen. Toch is Schramade positief over hoe we kunnen omgaan met de huidige ecologische crisis. “Wat dat betreft is de EU mijn hoop in bange dagen, die heeft de meest vooruitstrevende wetgeving op dit gebied ontwikkeld. Die is niet perfect, het nadeel is bijvoorbeeld dat vermogensbeheerders nu zaken in kaart moeten brengen die ze voorheen al intuïtief goed deden. Dat remt de voorhoede op dit moment even af. Het goede van de EU-wetgeving is dat iedereen mee moet. Alle partijen moeten zich aanpassen. Wetgeving in combinatie met technologie plus de consument die zich aanpast kan een sneeuwbaleffect veroorzaken. De consument past zich nu nog niet erg aan, maar ook dat zal veranderen. Er gebeurt veel en dat versterkt elkaar. We hebben dus alle kans het tij te keren. Het is zelfs al met de huidige technologie mogelijk om binnen de planetaire grenzen te blijven. En mensen zijn niet machteloos. Wij zijn zelf het systeem en we kiezen zelf de politici die het moeten gaan doen.”