Straight to content

Donuteconomie wijst de weg naar een duurzame wereld

Streven naar duurzaamheid is in vrijwel alle sectoren in de westerse wereld eerder regel dan uitzondering. Maar hoe kwantificeer je die inspanningen en wanneer bereik je het einddoel? Om de gedroomde duurzame wereld vorm te geven kunnen de uitgangspunten van de donuteconomie behulpzaam zijn. 

Duurzaamheid wordt nog te veel bezien vanuit verschillende silo’s, terwijl de losse onderwerpen op milieu- en sociaal gebied sterk met elkaar samenhangen, zegt Dennis van der Putten. Hij is als Director Sustainability & Corporate Strategie verantwoordelijk voor het duurzaamheidsbeleid van ACTIAM. “Het gedachtengoed van de donuteconomie verbindt de planetaire grenzen van de aarde met het sociale fundament waar ieder mens recht op heeft. Dat maakt het mogelijk om in beeld te brengen hoe het pad eruit moet zien dat leidt naar de ideale wereld”, aldus Van der Putten.

Welvaart binnen ecologische grenzen

Het economisch model van de donut is ontwikkeld door de Britse econoom Kate Raworth. De theorie werd wereldwijd bekend haar uit 2017 daterende boek Donuteconomie: in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw. Het model meet economische welvaart door te kijken naar de realisatie van een sociaal fundament zonder ecologische grenzen te overschrijden. Op die manier kunnen de basale behoeften van mensen worden vervuld binnen de draagkracht van de aarde.

Raamwerk voor de beleggingsfilosofie

Tijdens IMAGINE 2022 vertelt Van der Putten hoe ACTIAM de donuttheorie naar de beleggerspraktijk brengt, met het identificeren van zeven grotere maatschappelijke en milieutransities. “Deze transities zijn leidend voor ons financieel-materiële denken en doen. We schatten in welke bedrijven de capaciteit hebben om de transities mee te maken en met hun impact te zorgen dat we binnen de grenzen van de donut komen of blijven. Hebben ze die capaciteit niet, dan zijn ze niet adaptief en beleggen we daar niet in. Hebben we twijfels over een bedrijf, dan kwalificeren we dat als at risk. Is een bedrijf adaptief, dan beleggen we daarin. Dat is grofweg het raamwerk voor onze beleggingsfilosofie.”

Ook de vraagkant veranderen

Ondanks alle aandacht voor duurzaamheid kijken nog te veel financiële instellingen ervan weg, ziet Van der Putten. “Financieren is het sturen van kapitaal en daarmee hebben beleggers grote invloed op bedrijfsactiviteiten. Zo wordt bijvoorbeeld steenkool nog volop gefinancierd. Een bedrijf als Shell vraagt zich af waarom het zou stoppen met olieproductie zolang de vraag nog enorm is. Dus is het van belang ook de vraagkant te veranderen. Veel duurzame oplossingen zijn nog erg kostbaar. Een toenemende vraag helpt deze kosten te drukken.”

Veel interactie binnen de donut

Een tweede aspect is dat duurzaamheidsthema’s als klimaat en wapens goed zichtbaar zijn. “Er is veel focus op minder CO2-uitstoot en het lijkt alsof we daarmee alle problemen oplossen. Dat doet problemen als het verlies van biodiversiteit tekort, terwijl de impact daarvan op de wereld groter is dan de impact van klimaat. Daar komt bij dat we thema’s teveel als aparte silo’s benaderen. Bijvoorbeeld de impact van het verlies van biodiversiteit op het klimaat.

Neem het fytoplankton, dat is de grootste leverancier van zuurstof op aarde, dus meer nog dan bijvoorbeeld het Amazonegebied. Dit plankton leeft van walvispoep, maar Japan moordt de walvissen stelselmatig uit. Dat heeft impact op fytoplankton en daarmee op zuurstofproductie en het klimaat. Met als uiteindelijk gevolg dat vruchtbare gebieden in woestijnen veranderen en mensen voor het klimaat op de vlucht slaan. Zo is er veel interactie tussen alle aspecten binnen de donut.”

Businessmodel dat ophoudt te bestaan

Van der Putten benadrukt dat De Nederlandsche Bank van financiële instellingen verwacht dat ze zich richten op klimaat, water, hulpbronnen, mensenrechten en biodiversiteit. “Op al deze onderwerpen bevindt de aarde zich al buiten de planetaire grenzen. De EU-taxonomie kijkt naar dezelfde onderwerpen. Van de tien grootste economische risico’s die die het World Economic Forum benoemt hebben er negen een ecologisch en duurzaamheidskarakter. Daarom beleggen we bijvoorbeeld niet meer in CO2-intensieve bedrijven die geen geloofwaardig transitieplan hebben. Die gaan uiteindelijk failliet, dat is een businessmodel dat ophoudt te bestaan.”

Dennis van der Putten vertelt meer over zijn visie op duurzaamheid en de beleggingspraktijk op 1 juni tijdens het event IMAGINE: op zoek naar een duurzame wereld.