Donuteconomie wijst de weg naar een duurzame wereld
Streven naar duurzaamheid is in vrijwel alle sectoren in de westerse wereld eerder regel dan uitzondering. Maar hoe kwantificeer je die inspanningen en wanneer bereik je het einddoel? Om de gedroomde duurzame wereld vorm te geven kunnen de uitgangspunten van de donuteconomie behulpzaam zijn.
Welvaart binnen ecologische grenzen
Het economisch model van de donut is ontwikkeld door de Britse econoom Kate Raworth. De theorie werd wereldwijd bekend haar uit 2017 daterende boek Donuteconomie: in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw. Het model meet economische welvaart door te kijken naar de realisatie van een sociaal fundament zonder ecologische grenzen te overschrijden. Op die manier kunnen de basale behoeften van mensen worden vervuld binnen de draagkracht van de aarde.
Raamwerk voor de beleggingsfilosofie
Tijdens IMAGINE 2022 vertelt Van der Putten hoe ACTIAM de donuttheorie naar de beleggerspraktijk brengt, met het identificeren van zeven grotere maatschappelijke en milieutransities. “Deze transities zijn leidend voor ons financieel-materiële denken en doen. We schatten in welke bedrijven de capaciteit hebben om de transities mee te maken en met hun impact te zorgen dat we binnen de grenzen van de donut komen of blijven. Hebben ze die capaciteit niet, dan zijn ze niet adaptief en beleggen we daar niet in. Hebben we twijfels over een bedrijf, dan kwalificeren we dat als at risk. Is een bedrijf adaptief, dan beleggen we daarin. Dat is grofweg het raamwerk voor onze beleggingsfilosofie.”
Ook de vraagkant veranderen
Ondanks alle aandacht voor duurzaamheid kijken nog te veel financiële instellingen ervan weg, ziet Van der Putten. “Financieren is het sturen van kapitaal en daarmee hebben beleggers grote invloed op bedrijfsactiviteiten. Zo wordt bijvoorbeeld steenkool nog volop gefinancierd. Een bedrijf als Shell vraagt zich af waarom het zou stoppen met olieproductie zolang de vraag nog enorm is. Dus is het van belang ook de vraagkant te veranderen. Veel duurzame oplossingen zijn nog erg kostbaar. Een toenemende vraag helpt deze kosten te drukken.”
Neem het fytoplankton, dat is de grootste leverancier van zuurstof op aarde, dus meer nog dan bijvoorbeeld het Amazonegebied. Dit plankton leeft van walvispoep, maar Japan moordt de walvissen stelselmatig uit. Dat heeft impact op fytoplankton en daarmee op zuurstofproductie en het klimaat. Met als uiteindelijk gevolg dat vruchtbare gebieden in woestijnen veranderen en mensen voor het klimaat op de vlucht slaan. Zo is er veel interactie tussen alle aspecten binnen de donut.”
Businessmodel dat ophoudt te bestaan
Van der Putten benadrukt dat De Nederlandsche Bank van financiële instellingen verwacht dat ze zich richten op klimaat, water, hulpbronnen, mensenrechten en biodiversiteit. “Op al deze onderwerpen bevindt de aarde zich al buiten de planetaire grenzen. De EU-taxonomie kijkt naar dezelfde onderwerpen. Van de tien grootste economische risico’s die die het World Economic Forum benoemt hebben er negen een ecologisch en duurzaamheidskarakter. Daarom beleggen we bijvoorbeeld niet meer in CO2-intensieve bedrijven die geen geloofwaardig transitieplan hebben. Die gaan uiteindelijk failliet, dat is een businessmodel dat ophoudt te bestaan.”
Dennis van der Putten vertelt meer over zijn visie op duurzaamheid en de beleggingspraktijk op 1 juni tijdens het event IMAGINE: op zoek naar een duurzame wereld.